Er was eens… Een Kuttekop. En een Poes.
De Kuttekop had jarenlang op kantoor gewerkt. Ze deed haar best toch voelde zij zich dikwijls zowel een tuttebel als een Muts tussen al die zakenmannen. In een leaseauto naar de meest uiteenlopende organisaties, dag in dag uit. En intussen maakte haar onbezorgde Poes ruzie met de buurman door op zijn motorkap languit te gaan liggen dutten.
Op een dag besloot de Kuttekop als boerentrien op het platteland te gaan wonen. En haar Poes ging uiteraard mee. De Kuttekop trok zich terug uit het bedrijfsleven. Ze nam ontspannen plaats in haar hangmat en had een prachtig uitzicht over de weilanden. Ze observeerde de Poes. Die vertrok nu dagelijks op pad om samen met vele katers te gaan jagen. Het was de omgekeerde wereld.
De Poes hield van hygiene en likte zich veelvuldig schoon. Een overgeef-fobie was voor de Poes niet weggelegd. Met regelmaat en zo ook die middag kotste de Poes een flinke Haarbal uit.
De Kuttekop besloot filosofisch op zoek naar de symboliek van de Haarbal. Ze legde de Haarbal zorgvuldig in een Doos en tuurde aandachtig door het kleine gaatje. De Kuttekop werd geobsedeerd door de Kijkdoos en ze bedacht dat er meer in ‘Haar’ zat. In haarzelf, in poezenhaar, in vrouwelijk lichaamshaar… En zo kreeg ze een idee en verzon haar vergelijking: ‘De Poes met Haarbal staat symbool voor de Klassieke Vulva!’
Haar op de huid van een dier en menselijk lichaam groeit met een reden, maar wordt na verloop van tijd overbodig. Het is dan niet meer gewenst als functioneel vachtje.
Met een tong waarop speeksel worden de haren opgelikt waarna uitgespuugd. Of… Met een tongspatel waarop wax worden de haren uitgetrokken waarna weggegooid.
Dit lijkt een heel vies en pijnlijk proces! …Het is zelfs om van de kotsen. …En om van te gillen. Maar zowel de Poes met Haarbal als de Kuttekop met haar Vulva voelden zich na verwijdering ‘bevrijd en verlicht’.
En ze leefden dan ook allebei nog lang en gelukkig!